De afvalberg is gigantisch. We dumpen elk jaar 2,21 miljard ton (je kan live volgen hoeveel er gedumpt wordt via deze link).
Afgedankte auto's, banden, elektronica, textiel, .... belanden in gigantische hoeveelheden in landen als Ghana of Indonesië. Verschillende sectoren dragen bij tot een steeds toenemende hoeveelheid afval:
Voedingsindustrie: In België wordt naar schatting 14 miljoen ton voedsel per jaar verspild, wat zowel verpakkingsafval als voedselafval omvat.
Bouw en sloop: Ongeveer 33% van al het afval in Europa komt voort uit bouw- en sloopactiviteiten.
Textiel: Jaarlijks wordt meer dan 16 miljoen ton textielafval gegenereerd in de Europese Unie. De Standaard pakt deze periode uit met een uitgebreid dossier over de afvalberg die de fast fashion veroorzaakt.
Andere sectoren met een significante verantwoordelijkheid voor de afvalberg zijn Elektronica en IT, Chemische en farmaceutische industrie, Landbouw en voedselverwerking,
Automobielindustrie, Petrochemische industrie.
Circulariteit is de enige oplossing. Minder verbruiken, minder afval generen, alles opnieuw gebruiken en waarde in de economie houden in de plaats van ze weg te gooien.
Productieafval: Een volledig te vermijden stroom
Post-productie of industrieel afval is een groot deel van de totale afvalberg. Een deel waarvan wij geloven dat deze te vermijden is. Slimme bedrijven kunnen hun afvalstromen herdenken en een enorme bijdrage leveren aan de oplossing van het afvalprobleem.
De term 'afval' is vaak misleidend, omdat bedrijven deze associëren met het simpelweg wegwerpen van materiaal zonder waarde.
Afvalverwerkers spelen een belangrijke rol en verwerken jaarlijks steeds grotere en complexere afvalstromen. Ze doen bedrijven vaak betalen voor de ophaling en verwerking, om er dan nadien zelf een nieuwe grondstof mee te maken. Deze verwerking vraagt veel kennis, energie en logistiek. Er kan steeds meer verwerkt worden tot nieuwe grondstoffen.
Nobel en nodig in een uitgeputte wereld, maar nooit gaan afvalverwerkers de reductie of het vermijden van afval aanmoedigen.
De overheid doet er alles aan om ervoor te zorgen dat stromen goed gescheiden worden. Bedrijven (en ook events) worden vandaag reeds wettelijk verplicht om 24 stromen selectief in te zamelen. Denk bijvoorbeeld aan het GFT-afval dat vanaf 1 januari 2024 niet langer bij het restafval mag gesorteerd worden maar ook apart moet worden ingezameld. Deze regelgeving wordt nog te vaak gezien als een extra kost en complexiteit, terwijl het net een opportuniteit is die circulariteit mogelijk maakt.
Ook hier ontbreekt de echte incentive om het afval te gaan reduceren en vermijden.
Start met een duurzame circulaire strategie
Wat kan je zelf doen als bedrijf om zowel je productie-afval, het verpakkingsafval als het afval van de producten zelf te vermijden en te reduceren? Er liggen gigantische economische opportuniteiten in een doorgedreven afvalbeleid, gekoppeld aan een duurzame circulaire strategie. Daarbij is vermijden en reduceren de eerste en noodzakelijke stap. De R-strategieën zijn hiervoor de perfecte leidraad.
Voorkomen/preventie (R0, R1, R2)
De eerste stap in een effectief afvalbeleid is het voorkomen van afval. Dit kan onder meer door het toepassen van ecodesign bij het ontwerpen van nieuwe producten maar ook door aanpassingen aan bijvoorbeeld het productieproces en bewuste aankoopstrategieën en keuzes.
Voorbeelden:
Een evenement kiest ervoor om dranken aan te bieden in herbruikbare bekers. Dit vermijdt wegwerpbekers, maar zorgt ook voor een besparing in opruimkosten.
Door middel van ecodesign kan een toestel eenvoudig worden hersteld en langer worden gebruikt. Dit draagt bij tot een betere perceptie van het kwaliteitsniveau.
Door een herbruikbaar verpakkingssysteem kan plasticfolie en karton voor transport (tijdens het productieproces) worden vermeden.
Door het optimaliseren van snijverhoudingen zijn er minder snijresten en dus minder productieafval. Dit is niet enkel een besparing in afval, maar ook in materiaalkosten.
Samenwerking met een (naburig) bedrijf die iets kan doen met een bepaalde afvalstroom. De afvalstroom krijgt een nieuwe, hogere waarde.
Levensduurverlenging (R3, R4, R5, R6, R7)
Producten worden te snel afval. Door levensduur verlengende ingrepen kan afval worden voorkomen. Hierbij kunnen producten hergebruikt worden, hersteld, opgeknapt, hergebruik van onderdelen, …
Voorbeelden:
Hergebruik van decoratie op evenementen. Dit zorgt voor een besparing in aankoopkosten.
Voor veel producten bestaat er een levendige tweedehandsmarkt (kleding, meubelen, auto’s, …). Door zelf de 2de hands markt te organiseren, geniet je mee van de waarde die in een volgend leven wordt gecreëerd.
Producten die niet meer rechtstreeks worden hergebruikt, kunnen vaak na opfrissing opnieuw worden ingezet. Denk aan IT-hardware of smartphones. Soms kunnen er enkel onderdelen hergebruikt worden.
Sorteren en valoriseren (R8)
Het is (nog) niet mogelijk om alle afval te vermijden, daarom is het belangrijk om afval dat niet kan worden vermeden te sorteren zodat het zo hoogwaardig mogelijk kan opnieuw ingezet worden. Hierbij is de zuiverheid van het sorteren een grote meerwaarde, aangezien sorteren de recyclage bevorderd.
Door het sorteren zijn sommige afvalstromen zelf geld waard. In onze veranderende maatschappij die steeds meer circulair wordt, is de verwachting dat ook andere afvalstromen geld zullen waard worden aangezien er aan economisch rendabele verwerkingsmogelijkheden wordt gewerkt.
Voorbeelden:
Schraapsel afkomstig van metalen kan hoogwaardig worden gerecycleerd. Het selectief ingezamelde afval wordt aan marktwaarde vergoed door de afvalverwerker.
Gft-afval kan worden gecomposteerd en opnieuw worden ingezet voor een gezonde bodem.
Te vermijden: verbranden en storten (R9)
Verbranden van afval wordt vaak onterecht gezien als een goede oplossing, aangezien het de afvalhoeveelheid letterlijk verkleind en er ook mogelijkheden zijn tot energie-terugwinning in de vorm van warmte. Verbranding zou echter een laatste redmiddel moeten zijn.
Afval dat wordt verbrand, verlaat de economie en hierbij gaan vaak waardevolle grondstoffen verloren. Nog laagwaardiger kan er afval worden gestort. Dit zou ten alle tijden moeten vermeden worden.
Bij de omschakeling naar een circulaire economie is het de doelstelling om uiteindelijk niets meer te storten (of verbranden).
Ondersteuning
Er is een samenwerking nodig tussen meerdere partijen in de keten om de overstap te maken naar zo weinig mogelijk afval.
Wij helpen graag met het uittekenen van een circulaire strategie. Het resultaat: Minder afval en directe financiële opbrengsten.
Comentarios